dinsdag 24 februari 2009

Stadslantaaren & Rivierstaete

Bij mij in mijn straatje heeft woningbouwvereniging De Alliantie een heel huizenblok gesloopt. In de plaats daarvan komt een nieuw te bouwen woningen- en winkelcomplex. Waarom een deel van het complex opgeofferd wordt voor winkels is mij niet duidelijk. De straat waar ik woon heeft verder geen winkels.

Maar goed, het nieuwe gebouw heeft inmiddels ook een naam. Het gaat 'Stadslantaaren' (sic)heten. Inderdaad: moedwillig verkeerd gespeld. Waaarom daat zo is, is mij nieet duuidelijk. Je zieet het wel vaaker daat voor nieuwe gebouuwen ouude naamen gekozen worden. Zo ken ik een nieuuwbouuw van enkeele jaeren geleden die 'Rivierstaete' (sic) is genoemd.

Oh gruwel! Wie bedenkt deze baerlijke nonsens toch? Wie gaet en zael tegen deze taelverloeedering optreeden? Burgemeeeester Coheen? Of kan de Taelunie daer wat aan doen? Of minister Plaesteerk? Ik vreees van niet. Stomme bestuerders kunnen rustig huin gaeng gaen. Er zael geen moeedertjelieef aan helpen. We zijn verloren. Hoopelooos verlooren.

zondag 22 februari 2009

Mijn vervolgverhaal over Lernout & Hauspie.

Nadat ik mijn eerste stuk over Lernout & Hauspie Speech Products (L&H, soms ook LHSP) gepubliceerd had, verzocht Jan Bakker, de toenmalige hoofdredacteur van Automatisering Gids, mij om een tweede, groter stuk te schrijven over L&H. Een achtergrondverhaal.

Daarvoor zou ik afreizen naar Ieper. Jo Lernout en Pol Hauspie hadden tijd vrij gemaakt voor mij. Een uur met die twee drukbezette mannen zou al een succes zijn. Uiteindelijk zouden we in restaurant Marquette in Marke bijna drie volle uren met elkaar spreken. Niet gering.

Ik kreeg in minder dan drie uur tijd een meer dan behoorlijk goed zicht op het domein van de spraak- en taaltechnologie waarin beiden beroepsmatig actief waren. Dat stuk kon niet meer stuk.

Thuis aangekomen evenwel bleek vrijwel helemaal niets van het interview dat ik op cassette had opgenomen afluisterbaar. De cassetterecorder had tussen beide mannen in gestaan. Maar het ingebouwde microfoontje was van een dermate bedenkelijke kwaliteit dat nauwelijks hoorbaar was wat ze gezegd hadden.

Uren heb ik erover gedaan om dat gesprek via het bandje te reconstrueren. Gelukkig had ik, zonder notities te nemen, tijdens het interview gewoon goed opgelet. Ik kon zelfs met die verschrikkelijke cassettebandjes het interview in zijn geheel reconstrueren.

Het grote stuk dat Jan Bakker bij mij besteld had, zou een groot succes worden. Maar wat vooral van belang was, was dat ik om verschillende redenen losbarstte in enthousiasme.

Mijn interesse voor alles wat met taal te maken had, bleek heel goed samen te kunnen gaan met mijn interesse voor computertechnologie. Dat was een openbaring. Ook was het ongelofelijk stimulerend om vast te kunnen stellen dat ik over technologie kon schrijven. En dat de mogelijkheid om over technologie te schrijven glans gaf aan mijn journalistieke carrière.

Wist ik veel dat Lernout & Hauspie vier jaar later ten onder zou gaan aan een breed in de pers uitgemeten fraudeschandaal. In de loop van dit jaar overigens zal het proces over die fraudezaak zijn beslag krijgen. Het Belgische justitiële systeem houdt kennelijk niet van snelheid.

Jo Lernout pleit onschuldig. Pol Hauspie heeft schuldig gepleit, samen met de derde voormalige topman van het bedrijf Nico Willaert. Gaston Bastiaens, op het moment van de feiten CEO van L&H, pleit eveneens onschuldig.

Benieuwd wat de rechter zal oordelen. Wordt vervolgd.

zaterdag 21 februari 2009

Mijn eerste publicatie in Automatisering Gids

Vlaams bedrijf beleeft Europese primeur door strategische alliantie met Microsoft

Microsoft, de grootste producent van software ter wereld, investeert $ 45 miljoen of circa ¦ 90 miljoen in het Belgische bedrijf Lernout & Hauspie Speech Products (LHSP).

De investering, een Europese primeur, werd eind vorige week bekend gemaakt. De ‘brede strategische alliantie’ tussen beide bedrijven houdt onder meer in dat de Amerikaanse softwaregigant een minderheidsparticipatie van om en nabij de 8 procent neemt in het Ieperse beursgenoteerde bedrijf.

Bernard Verges van Microsoft Europe neemt plaats in de raad van bestuur van LHSP. LHSP staat in de IT-branche bekend als een vooraanstaand speler op het terrein van de spraaktechnologie.

Met deze operatie bevestigt Microsoft de geruchten dat het de geavanceerde spraaktechnologie van LHSP te gelegener tijd zal opnemen in toekomstige versies van het besturingsprogramma Windows. Daarin zou het stemgestuurde computergebruik op basis van de door LHSP ontwikkelde software zelfs een centrale plaats kunnen innemen.

Microsoft kondigde tegelijk ook een tweede investering van $ 3 miljoen (circa ¦ 6 miljoen) aan in het Flanders Language Valley Fund (FLV), een door LHSP in het leven geroepen investeringsfonds dat een gelijknamig centrum voor spraaktechnologie wil ontwikkelen.

FLV zou het Vlaamse equivalent van Silicon Valley moeten worden met vestigingsplaats te Ieper (West-Vlaanderen). Patrick De Smedt van Microsoft Benelux vervoegt de Raad van Bestuur bij FLV.

Verder zal Microsoft ook participeren in de Flanders Language University die taal- en computerspecialisten zal opleiden om de aanwas van gekwalificeerd personeel op de lange termijn te kunnen verzekeren.

Het rondje knuffelen wordt tenslotte afgerond met de oprichting door beide bedrijven van een Europese joint venture die een inventariserende database zal aanmaken van spraak- en taalgegevens, de grondslag voor toekomstige toepassingen in de spraaktechnologie.

Voor Microsoft houdt de deal een afwijking in van het gebruikelijke overnamescenario. Voor één keer koopt Microsoft niet een volledig bedrijf om de tekorten op technologisch gebied aan te vullen.

De mogol stelt zich ongebruikelijk genoeg tevreden met een minderheidsparticipatie in een bedrijf dat onwaarschijnlijk veel kleiner is dan het moederbedrijf.

De oprichters van dit bedrijf, Jo Lernout en Paul Hauspie, blijven bewust aan als de roergangers.

Microsoft Research, de onderzoeksdivisie die in 1991 door Bill Gates in het leven werd geroepen, was al bezig de ontwikkeling van spraakherkenning. Met de participatie van Microsoft in LHSP verkrijgen Bill Gates en de zijnen toegang tot de nieuwste technologieën voor spraakherkenning en vertalingen.

Het belang van deze overeenkomst schuilt dan ook in het voordeel van de kennisvoorsprong die door het Ieperse bedrijf wordt aangeleverd. Het tijdperk van de derde generatie stemgestuurde personal computers kan daardoor heel spoedig zijn beslag krijgen.

De nieuwe computer voor het dagelijkse gebruik moet in de visie van Microsoft een eenvoudig te besturen apparaat worden dat adequaat reageert op eenvoudige bevelen en gesproken boodschappen omzet in geschreven teksten.

Voor LHSP is het belang zo mogelijk nog groter dan voor Microsoft zelf. Nu al is Windows 95 in gebruik op circa 95% van alle PC’s. Als de spraaktechnologie van Lernout & Hauspie in Windows 98 (codenaam Memphis) opgenomen wordt, vestigt LHSP hiermee definitief de industriestandaard voor spraaktechnologie wereldwijd.

Voor LHSP, dat eerst vorig jaar een bescheiden winst boekte, kan dan het grote geld binnenstromen. De viervoudige overeenkomst met Microsoft brengt de Iepenaren de ultieme legitimatie van hun geldverslindende investeringen.

Tien jaar lang bleek geen enkele bank bereid om de bedrijvige neringdoenden risicokapitaal te verschaffen. De broodnodige kapitalen werd dan ook aangetrokken bij veelal anonieme investeerders.

Met de door Microsoft en LHSP ondertekende deal is dan ook veel meer aan de hand dan een eenvoudige verschuiving van kapitalen. Het is de economische lauwerkrans op het hoofd van twee Vlaamse koppige bedrijfsleiders.

Leertouw & Hauzee, Lesbisch & Hostie

We schrijven september 1997. België staat op zijn kop. Alle kranten zullen het erover hebben. Op radio en televisie zal die dag het nieuws overheersen dat het machtige Microsoft besloten heeft om 45 miljoen dollar te investeren in het kleine, in Ieper gevestigde bedrijf Lernout & Hauspie Speech Products.

Tot dan toe was dat Lernout & Hauspie een nogal onbekend bedrijf. Het deed iets in een aantal technologieën waarvan niemand goed wist wat die technologieën precies inhielden.

Taal- en spraaktechnologie… Spraak- en taaltechnologie… Que?

Ik stond in 1997 aan de vooravond van mijn tweede journalistieke carrière. In Den Haag had ik die zomer een interessant gesprek gehad met Jan Bakker, de toenmalige hoofdredacteur van Automatisering Gids en met diens adjunct-hoofdredacteur Wijnand Westerveld.

De afspraak was dat ik als freelance journalist van mij zou laten horen als ik meende iets aan de krant te kunnen aanbieden. Zoiets had ik niet meteen. Maar die dag nam ik toch, zij het ietwat bedremmeld, de telefoon.

Jan, ik denk dat ik iets heb. Maar je hebt het natuurlijk zelf al. Lernout & Hauspie! Wie, wat, Lesbisch & Hostie? Bleek Jan nog niet eerder van dat bedrijf gehoord te hebben. Conclusie: Nederlanders zijn niet fundamenteel geïnteresseerd in wat zich beneden de Moerdijk afspeelt.

Tenzij het met friet en mayonaise te maken heeft.

Van Jan mocht ik aan de slag om een verhaal te maken over de investering van Microsoft in het bedrijf Leertouw & Hauzee. Wist ik veel waar zij mee bezig waren. Maar op basis van al die krantenberichten die mij onder ogen kwamen, kon ik best snel en deskundig een verhaal maken.

Het werd mijn allereerste publicatie in Automatisering Gids.

de uitgever en mijn boek

Ik zou een boek gaan schrijven. Daar sprak ik eerder toevallig over met Harold die van beroep wijnproever is. Ik ontvouwde hem mijn ideeën over dat boek dat ik wilde schrijven. Vrijblijvend, dacht ik. Maar de wijnproever beloofde mij, joviaal als hij is, dat hij mij zou voorstellen aan zijn uitgeefster, een zekere Yvonne.

Tot mijn verbazing bleek hij dat ook gedaan te hebben. Mensen beloven van alles, vooral heel veel dingen die ze nooit nakomen. Je moet uitkijken met mensen die beloftes doen.

Op zaterdag 4 oktober sprak ik de wijnproever. Maar op dinsdag 7 oktober belde Yvonne, de uitgeefster mij al op. Harold was zijn belofte nagekomen. Yvonne drukte zich enthousiast uit over mijn idee en wilde verder met mij van gedachten wisselen over dat idee.

Het leek haast alsof ik op dat moment al een uitgever had voor mijn boekje. Ik was in de wolken.

Een afspraak maken met Yvonne kon evenwel niet onmiddellijk. Het was druk in de boekenbranche. Yvonne stond op het punt naar De Frankfurter Buchmesse te vertrekken en vrijwel onmiddellijk daarna had ze, begin november, ook nog eens de grote Boekenbeurs van Antwerpen. Druk, druk, druk.

Enfin, wij zouden elkaar pas op vrijdag 5 december voor het eerst ontmoeten op de uitgeverij in Houten. Daar leerde ik ook Jantine, haar redactrice, kennen. We hadden een geanimeerd gesprek. Yvonne bleek heel goed aan te voelen waar ik met mijn boek naar toe wilde. Ik ging met een goed gevoel naar huis.

Voordat ik naar huis terugkeerde evenwel hadden we een paar concrete afspraken gemaakt. Zij zouden wat doen voor mij. Ik zou het nodige doen voor hen. Nog diezelfde dag ging ik aan de slag om mijn deel van de afspraken na te komen. Ik deed dat zakelijk, zonder veel bombarie. In mijn e-mails probeerde ik mij tot de kern van de zaak te beperken. Niks geen wolligheid van mijn kant.

De afspraak die Yvonne had toegezegd, was dat zij mij in de loop van de maand december duidelijk zou maken hoeveel tekst ik moest produceren. Uit hoeveel hoofdstukjes mijn boek idealiter zou bestaan, alsook hoeveel woorden ik voor elk hoofdstuk moest schrijven.

Voor mij was dat heel belangrijk. Als ik dat wist, kon ik aan de slag.

Eind december belde Yvonne mij: ze had het te druk gehad met van alles en nog wat. Het is mij nogal een drukte in dat boekenvak van haar. Ik had er alle begrip voor. Maar kon toch niet nalaten een heel klein zuchtje frustratie uit te drukken over het eindeloos uitblijven van enig antwoord op het dozijn of zowat e-mails die ik haar gestuurd had.

Ik zei nog tegen haar: misschien moet ik er maar aan wennen dat in de boekenbranche de dingen nu eenmaal veel langzamer gaan dan ik in de in journalistiek gewoon ben.

De rest vergat ik. Ach, het was kerst. Mijn zoon en ik zaten in de trein op weg naar België om samen met familie van ons kerst te vieren. Dat was het moment waarop Yvonne mij belde. In de trein. Op woensdag 24 december. Dat zij het druk had, hoefde nog niet te betekenen dat ik van plan was mijzelf druk te maken.

Begin januari dus zou alles goed komen. Het werd half januari. Nog steeds had ik vanuit het drukke drukkersfront uit Houten geen enkel teken van leven opgevangen. De dagen verstreken. Het werd uiteindelijk 22 januari. Die dag ontving ten langen leste van Jantine, de redactrice, dit elektronische bericht:

Beste Luc, Hoe gaat het met je? Mag ik je – zeer verlaat – een gelukkig Nieuwjaar toewensen? Wij zijn het nieuwe jaar weer fris van start gegaan en maken momenteel volop plannen voor de boeken van 2009. Yvonne en ik spraken jou eind vorig jaar over jouw ideeën voor xxx. Wij zouden graag kijken of het inderdaad gaat lukken om dit boekje met jou uit te gaan geven, maar ik moet eerlijk bekennen dat mij niet helder voor de geest staat wat nu de afspraak is die we maakten. Je hebt een aantal uitgebreide mails gestuurd, en het zou mij enorm helpen als je een beknopt overzicht kunt geven van de stand van zaken van jouw kant. Dan kunnen wij daarmee aan de slag om ons deel te gaan doen. Ik hoor graag van je, voor nu een prettige avond.Hartelijke groet,

Jantine

Oh gruwel. Werk je jezelf de pleuris om de afspraken die je onderling gemaakt hebt zo goed mogelijk na te leven. Stuur je de beoogde uitgeefster en haar redactrice diverse e-mails om je plannen zo goed mogelijk te ontvouwen alsook om je afspraken na te komen. En dan vragen ze toch wel niet om een beknopt overzicht van wat je ze geschreven hebt?

En het stond haar inmiddels ook meer niet helder voor geest 'wat nu de afspraak is die we maakten'. Nee, dan had je misschien, net zoals ik, tijdens het gesprek wat eenvoudige notities kunnen nemen om die afspraken die we maakten gewoon vast te leggen. Wel zo handig, toch?

En hoezo is het voor een redactrice, die van lezen haar beroep heeft gemaakt, teveel moeite om even de correspondentie die ik met haar gevoerd heb gewoon door te nemen? Is lezen inmiddels te vermoeiend voor de drukke drukteredactrice?

Ik kwam er niet toe om op dit bericht te reageren. Mijn teleurstelling was te groot, vrees ik. Uiteraard haalden we moeiteloos het einde van de maand. Het werd in windstilte, geloof ik, vanzelf begin februari. Uiteraard zonder dat ik bericht ontving van de uitgeverij.

Toch meer een drukkerij, kreeg ik de indruk.

Begin februari was het beloofde contract nog steeds niet binnen. Ook over het format van mijn boekje bestond nog steeds geen duidelijkheid. Nog steeds was geen enkele van mijn e-mails beantwoord. Ik werd kregelig.

Tot op een goede dag, begin januari, meen ik mij te herinneren, Jantine mij belde met slechts één vraag: waar ging mijn boekje ook alweer over?

Ik kreeg het Spaans benauwd. Waar ging mijn boekje ook alweer over? Net dat was wat we uitvoerig en met groot enthousiasme besproken hadden tijdens mijn bezoek aan de uitgeverij begin december. Waar ging mijn boekje ook alweer over? Donder toch op, zeg!

En nu moest ik aan de telefoon opnieuw uitleggen waar mijn boek over ging? Ik werd steeds moedelozer van deze gang van zaken. Uiteindelijk heb ik Jantine nog maar eens braafjes uitgelegd wat ik al eerder had opgeschreven, wat we in Houten uitvoerig hadden besproken.

De conclusie die ik trok, was niet al te best: ik had nog steeds geen contract en verder waren Yvonne en Jantine niet één enkele afspraak die wij gemaakt hadden, nagekomen.

Op 17 februari hakte Yvonne de knoop door. Ze belde mij. Zij hakte de knoop door die ikzelf had moeten doorhakken. Yvonne, zo vertelde zij, was er na ruim vier maanden enthousiasme voor mijn boekje achter gekomen dat dit boekje van mij eigenlijk niet goed in haar fonds past.

Ze vindt wel dat ik heel veel succes verdien met mijn boekje. Maar eigenlijk past het bij nader inzien toch niet echt, niet helemaal in haar uitgeversfonds. Ja, mevrouw, ik snap het. Ik snap het heel goed, mevrouw. Maar kunt u mij ook nog even uitleggen, om redenen van fatsoen, waarom het is dat u mij daarvoor vier maanden aan het lijntje hebt gehouden?

In dat fonds van u, daar wil ik inmiddels zelf ook niet meer inpassen.

Ik weet nu wel zeker dat ik de eventuele uitgever van mijn boek een paar normen ga opleggen. Ik wil alleen nog maar een uitgever die wel tijd uittrekt voor mij. Een uitgever die wel antwoord geeft op mijn e-mails. Een uitgever die de afspraken die zij of hij met mij maakt, gewoon nakomt. Ik wil niets minder dan een fatsoenlijk iemand. Ik wil een uitgever met manieren.

Jemig, ik word gewoon een heel veeleisend, vervelend schrijvertje. Ik weet het wel zeker: voortaan ga ik mij gedragen als sjachrijnig, sikkeneurig schrijver. Ik word de V.S. Naipaul van de lage landen. Voilà, zo zit dat!

maandag 16 februari 2009

Waarom Engelse spraakherkenning beter is?

Stijn Frima, die zelf een blog heeft over spraakherkenning, vraagt in een reactie op mijn blog over spraakherkenning, hoe het komt dat ik weet dat de Engelstalige versie van Dragon NaturallySpeaking beter werkt dan de Nederlandstalige. Daar heb ik uiteraard onderzoek naar gedaan.

Daarover heb ik in Automatisering Gids een artikel geschreven en vooral vooraf heel veel mensen bevraagd: waarom is het verschil zo groot tussen de demonstratie die David Pogue van de New York Times heeft gegeven op de website van de NYT aan de ene kant en de belabberde demonstratie die de mensen van Nuance gegeven hebben tijdens de persdemonstratie in Amsterdam. Nuance heeft de video van Pogue overigens op zijn eigen website geplaatst.

Opnieuw over spraakherkenning: de tweede kans

In één van mijn vorige blogs beloofde ik terug te komen op de vraag waarom spraakherkenning, in tegenstelling tot wat Ray Kurzweil in 1999 had voorspeld, in 2009 allerminst algemeen in gebruik is. Het heeft mij wat moeite gekost om het antwoord op die vraag bij elkaar te harken. Maar ik denk dat het mij redelijk gelukt is.

In eerste instantie moet opgemerkt worden dat de technologische voorspelling die Ray Kurzweil in 1999 heeft gedaan daadwerkelijk uitgekomen is. Spraakherkenning voor het creëren van tekst heeft (althans in Amerika) helemaal het niveau van accuratesse gehaald waardoor die software inderdaad algemeen in gebruik zou kunnen zijn. Maar een heel simpele waarheid is dat datgene dat kan soms domweg niet gebeurt. Dat heeft Kurzweil finaal over het hoofd gezien.

Overigens moet daarbij opgemerkt worden dat de Nederlandstalige versie van het belangrijkste en van de voor ons taalgebied enige spraakherkenner, met name Dragon NaturallySpeaking, minder goed functioneert dan de Amerikaanse versie. In die laatste versie zitten veel meer manuren ontwikkeling. Bovendien is de morfologie van het Engels aanzienlijk veel eenvoudiger dan die van het Nederlands. Dat evenwel terzijde.

Spraakherkenning is door de makers ervan altijd naar voren geschoven als ‘de meest natuurlijke interface tussen mens en machine’. Het is nog maar net de vraag of dat zo is. Is het zo natuurlijk om tegen een computer te praten met een beeldscherm voor je neus, headsetje op het hoofd, microfoon bij de mond? Mij lijkt intussen van niet. Een ander punt is dat het bijzonder vermoeiend is om de hele dag door tekst te schrijven met je stem. In Amerika is Dragon Systems, nu Nuance, destijds vervolgd door gebruikers die knobbeltjes hadden gekregen op hun stembanden.

Maar er is meer aan de hand. Een heel eenvoudige observatie leert dat computers, desktop en laptop computers, niet standaard uitgerust worden met een microfoon. Wie een computer koopt, krijgt daar een toetsenbord bij en een muis. Hij of zij koopt er misschien ook nog een webcam bij (met ingebouwde microfoon, dat wel). Maar een microfoon? Dat is toch een eerste vereiste. De makers van de software zullen tegensputteren: maar wij leveren de headsetjes zelf mee met de software. Dat is absoluut waar. En toch heeft het grote publiek afgehaakt.

In een recent geschreven artikel, dat verschenen is in Automatisering Gids, betoog ik dat spraakherkenning veel meer kans maakt om door te breken op de mobiele telefoon. Mijn vingers zijn er in de loop der jaren niet soepeler op geworden. Ik kan verduiveld goed blind typen. Maar niet op mijn BlackBerry. Het schrijven van e-mail op mijn BlackBerry is een crime. Maar een mobiele telefoon is standaard uitgerust met een microfoon. Anders was het geen telefoon. En guess what? Mensen zijn gewoon om in een telefoon te praten. Daar dient het kreng voor. Al die factoren samen zullen de overgang naar het gebruik van spraakherkenning voor het dicteren van e-mail en of SMS op een smartphone alleen maar makkelijker maken.

Kurzweil en de singulariteit

Het laatste boek van Ray Kurzweil verscheen in 2005 bij Penguin. Het is meteen ook zijn lijvigste en moeilijkste boek. De titel luidt: ‘The Singularity is Near, When Humans Transcend Biology’. De basis van het boek wordt gevormd door de aanname dat in een niet al te verre toekomst onze biologische intelligentie zal samensmelten met de niet-biologische intelligentie die door de mens zelf geschapen wordt. Dit nu is wat Kurzweil ‘Singulariteit’ noemt. ‘Dit verhaal is gebaseerd op het idee dat we de mogelijkheid hebben om onze eigen intelligentie te begrijpen - om bij wijze van spreken onze eigen broncode op te vragen - om die vervolgens te herzien en uit te breiden.’

‘Wat is nu dan de Singulariteit? Het is een toekomstige periode waarbinnen het tempo van de technologische veranderingen zo snel zal zijn, de impact ervan zo groot, dat menselijk leven onomkeerbaar zal veranderen.’

Welnu, op 3 februari – ik had dit eerder moeten posten - is de Singularity University opgericht. Deze universitaire instelling is met enige nadruk genoemd naar het boek van Kurzweil. Kurzweil, houder van liefst dertien eredoctoraten, heeft aanvaard van die universiteit de ‘Chancellor’, te worden, zeg maar de rector. De universiteit is gevestigd op grond van NASA.

Ik heb mij de vrijheid veroorloofd om hieronder het persbericht te kopiëren:

MOUNTAIN VIEW and LONG BEACH, Calif. — (TED CONFERENCE) — February 3, 2009 – With the support of NASA, Google and a broad range of technology thought leaders and entrepreneurs, a new university will launch in Silicon Valley this summer with the goal of preparing the next generation of leaders to address “humanity’s grand challenges.” Singularity University (SU) (http://singularityu.org/) will open its doors in June 2009 on the NASA Research Park campus with a nine-week graduate-level interdisciplinary curriculum designed to facilitate understanding, collaboration, and innovation across a broad range of carefully chosen scientific and technological disciplines whose developments are exponentially accelerating. Read the rest of this entry »

zaterdag 14 februari 2009

Google en het scannen van boeken

Eén van mijn interessantste ontdekkingen op de TOC Conferentie in New York betreft de boekscanner van Kirtas. Ik had werkelijk geen idee dat dergelijke scanner daadwerkelijk bestaat. De scanner bladert zelf door boeken en fotografeert de twee pagina’s die bloot liggen onmiddellijk. Op die manier worden 40 pagina’s per minuut gescand, gefotografeerd en uiteindelijk door middel van een tekstherkenningsprogramma ook doorzoekbaar gemaakt.

Is hiermee het raadsel Google Book Search opgelost? Helaas nog steeds niet. Google is bezig enorme hoeveelheden boeken doorzoekbaar te maken. Dat doen ze onder meer met de boeken van Universiteitsbibliotheek van de Rijksuniversiteit Gent. Google, het bedrijf dat zegt alle informatie van de wereld openbaar te willen maken, doet bijzonder geheimzinnig over het project in Gent. Op de eenvoudige vraag hoe Google de boeken scant heeft nog niet één journalist antwoord gekregen.

De vraag is iets specifieker. De vraag is of Google de boeken handmatig scant – huren zij daar studenten voor in die de bladen stuk voor stuk omdraaien? Of gebruikt Google machines, zoals de Kirtas? De vertegenwoordiger van Kirtas die ik in New York sprak beweert dat Google in elk geval nooit één van zijn boekscanners gekocht heeft of gehuurd. Wel beweert hij dat hij enkele concurrenten heeft die vergelijkbare machines produceren. Waardoor andermaal niet uit te sluiten valt dat Google daar gebruik van maakt. Maar waarom Google daarover geen informatie prijs geeft, blijft één van de grote raadsels van Google. Alle informatie van de wereld willen openbaar maken, als het maar niet over Google zelf gaat.

New York in twee dagen

Het waren de makers van BlackBerry die mij hadden uitgenodigd voor een press event in New York City. Doen of niet doen? Twee dagen New York, ruim vijftien uur vliegen. Toch maar gedaan. Het hotel – ik zou één keer overnachten in de Big Apple – is gevestigd op Broadway. Het Marriott Marquis Hotel. Ik had een room with quite a view: met zicht op Times Square.

Het BlackBerry Event duurde amper drie uur, en daar zit je dan meer dan vijftien uur voor in het vliegtuig. Heel verrassend was het dat in het Marriott Marquis op dat moment nog twee andere conferenties liepen. Met name het O’Reilly TOC (Tools of Change for Publishing Conference) paste helemaal in mijn straatje. Mijzelf inschrijven ging niet helemaal vanzelf, maar het lukte uiteindelijk toch. Waardoor ik toch nog een aantal sessies heb kunnen bijwonen.

Verrassend interessant was Michael Hyatt, CEO van uitgeverij Thomas Nelson. Hij noemde twaalf redenen waarom mensen moeten bloggen. Vooral uitgevers en schrijvers moeten in zijn visie bloggen. Hier is zijn blog te vinden: http://michaelhyatt.com. En van Hyatt moet je ook nog een keer Twitteren. Dat doet hij zelf op dit adres: http://twitter.com/michaelhyatt. Wordt het niet allemaal een beetje te veel? LinkedIn, Facebook en nu ook Twitter. Help, ik verzuip.