zaterdag 21 februari 2009

de uitgever en mijn boek

Ik zou een boek gaan schrijven. Daar sprak ik eerder toevallig over met Harold die van beroep wijnproever is. Ik ontvouwde hem mijn ideeën over dat boek dat ik wilde schrijven. Vrijblijvend, dacht ik. Maar de wijnproever beloofde mij, joviaal als hij is, dat hij mij zou voorstellen aan zijn uitgeefster, een zekere Yvonne.

Tot mijn verbazing bleek hij dat ook gedaan te hebben. Mensen beloven van alles, vooral heel veel dingen die ze nooit nakomen. Je moet uitkijken met mensen die beloftes doen.

Op zaterdag 4 oktober sprak ik de wijnproever. Maar op dinsdag 7 oktober belde Yvonne, de uitgeefster mij al op. Harold was zijn belofte nagekomen. Yvonne drukte zich enthousiast uit over mijn idee en wilde verder met mij van gedachten wisselen over dat idee.

Het leek haast alsof ik op dat moment al een uitgever had voor mijn boekje. Ik was in de wolken.

Een afspraak maken met Yvonne kon evenwel niet onmiddellijk. Het was druk in de boekenbranche. Yvonne stond op het punt naar De Frankfurter Buchmesse te vertrekken en vrijwel onmiddellijk daarna had ze, begin november, ook nog eens de grote Boekenbeurs van Antwerpen. Druk, druk, druk.

Enfin, wij zouden elkaar pas op vrijdag 5 december voor het eerst ontmoeten op de uitgeverij in Houten. Daar leerde ik ook Jantine, haar redactrice, kennen. We hadden een geanimeerd gesprek. Yvonne bleek heel goed aan te voelen waar ik met mijn boek naar toe wilde. Ik ging met een goed gevoel naar huis.

Voordat ik naar huis terugkeerde evenwel hadden we een paar concrete afspraken gemaakt. Zij zouden wat doen voor mij. Ik zou het nodige doen voor hen. Nog diezelfde dag ging ik aan de slag om mijn deel van de afspraken na te komen. Ik deed dat zakelijk, zonder veel bombarie. In mijn e-mails probeerde ik mij tot de kern van de zaak te beperken. Niks geen wolligheid van mijn kant.

De afspraak die Yvonne had toegezegd, was dat zij mij in de loop van de maand december duidelijk zou maken hoeveel tekst ik moest produceren. Uit hoeveel hoofdstukjes mijn boek idealiter zou bestaan, alsook hoeveel woorden ik voor elk hoofdstuk moest schrijven.

Voor mij was dat heel belangrijk. Als ik dat wist, kon ik aan de slag.

Eind december belde Yvonne mij: ze had het te druk gehad met van alles en nog wat. Het is mij nogal een drukte in dat boekenvak van haar. Ik had er alle begrip voor. Maar kon toch niet nalaten een heel klein zuchtje frustratie uit te drukken over het eindeloos uitblijven van enig antwoord op het dozijn of zowat e-mails die ik haar gestuurd had.

Ik zei nog tegen haar: misschien moet ik er maar aan wennen dat in de boekenbranche de dingen nu eenmaal veel langzamer gaan dan ik in de in journalistiek gewoon ben.

De rest vergat ik. Ach, het was kerst. Mijn zoon en ik zaten in de trein op weg naar België om samen met familie van ons kerst te vieren. Dat was het moment waarop Yvonne mij belde. In de trein. Op woensdag 24 december. Dat zij het druk had, hoefde nog niet te betekenen dat ik van plan was mijzelf druk te maken.

Begin januari dus zou alles goed komen. Het werd half januari. Nog steeds had ik vanuit het drukke drukkersfront uit Houten geen enkel teken van leven opgevangen. De dagen verstreken. Het werd uiteindelijk 22 januari. Die dag ontving ten langen leste van Jantine, de redactrice, dit elektronische bericht:

Beste Luc, Hoe gaat het met je? Mag ik je – zeer verlaat – een gelukkig Nieuwjaar toewensen? Wij zijn het nieuwe jaar weer fris van start gegaan en maken momenteel volop plannen voor de boeken van 2009. Yvonne en ik spraken jou eind vorig jaar over jouw ideeën voor xxx. Wij zouden graag kijken of het inderdaad gaat lukken om dit boekje met jou uit te gaan geven, maar ik moet eerlijk bekennen dat mij niet helder voor de geest staat wat nu de afspraak is die we maakten. Je hebt een aantal uitgebreide mails gestuurd, en het zou mij enorm helpen als je een beknopt overzicht kunt geven van de stand van zaken van jouw kant. Dan kunnen wij daarmee aan de slag om ons deel te gaan doen. Ik hoor graag van je, voor nu een prettige avond.Hartelijke groet,

Jantine

Oh gruwel. Werk je jezelf de pleuris om de afspraken die je onderling gemaakt hebt zo goed mogelijk na te leven. Stuur je de beoogde uitgeefster en haar redactrice diverse e-mails om je plannen zo goed mogelijk te ontvouwen alsook om je afspraken na te komen. En dan vragen ze toch wel niet om een beknopt overzicht van wat je ze geschreven hebt?

En het stond haar inmiddels ook meer niet helder voor geest 'wat nu de afspraak is die we maakten'. Nee, dan had je misschien, net zoals ik, tijdens het gesprek wat eenvoudige notities kunnen nemen om die afspraken die we maakten gewoon vast te leggen. Wel zo handig, toch?

En hoezo is het voor een redactrice, die van lezen haar beroep heeft gemaakt, teveel moeite om even de correspondentie die ik met haar gevoerd heb gewoon door te nemen? Is lezen inmiddels te vermoeiend voor de drukke drukteredactrice?

Ik kwam er niet toe om op dit bericht te reageren. Mijn teleurstelling was te groot, vrees ik. Uiteraard haalden we moeiteloos het einde van de maand. Het werd in windstilte, geloof ik, vanzelf begin februari. Uiteraard zonder dat ik bericht ontving van de uitgeverij.

Toch meer een drukkerij, kreeg ik de indruk.

Begin februari was het beloofde contract nog steeds niet binnen. Ook over het format van mijn boekje bestond nog steeds geen duidelijkheid. Nog steeds was geen enkele van mijn e-mails beantwoord. Ik werd kregelig.

Tot op een goede dag, begin januari, meen ik mij te herinneren, Jantine mij belde met slechts één vraag: waar ging mijn boekje ook alweer over?

Ik kreeg het Spaans benauwd. Waar ging mijn boekje ook alweer over? Net dat was wat we uitvoerig en met groot enthousiasme besproken hadden tijdens mijn bezoek aan de uitgeverij begin december. Waar ging mijn boekje ook alweer over? Donder toch op, zeg!

En nu moest ik aan de telefoon opnieuw uitleggen waar mijn boek over ging? Ik werd steeds moedelozer van deze gang van zaken. Uiteindelijk heb ik Jantine nog maar eens braafjes uitgelegd wat ik al eerder had opgeschreven, wat we in Houten uitvoerig hadden besproken.

De conclusie die ik trok, was niet al te best: ik had nog steeds geen contract en verder waren Yvonne en Jantine niet één enkele afspraak die wij gemaakt hadden, nagekomen.

Op 17 februari hakte Yvonne de knoop door. Ze belde mij. Zij hakte de knoop door die ikzelf had moeten doorhakken. Yvonne, zo vertelde zij, was er na ruim vier maanden enthousiasme voor mijn boekje achter gekomen dat dit boekje van mij eigenlijk niet goed in haar fonds past.

Ze vindt wel dat ik heel veel succes verdien met mijn boekje. Maar eigenlijk past het bij nader inzien toch niet echt, niet helemaal in haar uitgeversfonds. Ja, mevrouw, ik snap het. Ik snap het heel goed, mevrouw. Maar kunt u mij ook nog even uitleggen, om redenen van fatsoen, waarom het is dat u mij daarvoor vier maanden aan het lijntje hebt gehouden?

In dat fonds van u, daar wil ik inmiddels zelf ook niet meer inpassen.

Ik weet nu wel zeker dat ik de eventuele uitgever van mijn boek een paar normen ga opleggen. Ik wil alleen nog maar een uitgever die wel tijd uittrekt voor mij. Een uitgever die wel antwoord geeft op mijn e-mails. Een uitgever die de afspraken die zij of hij met mij maakt, gewoon nakomt. Ik wil niets minder dan een fatsoenlijk iemand. Ik wil een uitgever met manieren.

Jemig, ik word gewoon een heel veeleisend, vervelend schrijvertje. Ik weet het wel zeker: voortaan ga ik mij gedragen als sjachrijnig, sikkeneurig schrijver. Ik word de V.S. Naipaul van de lage landen. Voilà, zo zit dat!

1 opmerking:

  1. Bravo! Niet veeleisend en zeker niet vervelend, gewoon omschreven zoals het in het vervolg zou moeten gaan, Marjolein

    BeantwoordenVerwijderen