zaterdag 28 maart 2009

De win-win situtatie van de paranormale

De claim paranormaal te zijn is een fantastisch excuus voor prutsers van goochelaars.

Eén van de belangrijkste kenmerken van iemand die zich presenteert als beschikkend over supernatuurlijke, bovennatuurlijke, buitennatuurlijke of paranormale gaven, is dat zo iemand altijd wint. Zo iemand heeft altijd gelijk.

In werkelijkheid maken oplichters van het type Char en Uri Geller, die beweren over ‘psychic powers’ te beschikken, gebruik van technieken uit de wereld van de goochelarij. Die technieken zijn overigens uitstekend gedocumenteerd. Maar goochelaars houden ze graag ‘onder ons’.

Een goochelaar is iemand die een act opvoert. Zijn publiek verwacht dat hij die act bij elk optreden kan en zal opvoeren. Anders is zo’n goochelaar zijn geld niet waard. Simpel. Een goochelaar heeft het recht niet om te falen. Anders geld terug.

Char en Uri Geller evenwel beweren helemaal niet te goochelen, nooit gebruik te maken van trucs van welke aard dan ook. Hun paranormale begaafdheid is absoluut authentiek. Wat is daarvan het bewijs? Dat hun paranormale begaafdheden soms niet werken.

Het feit dat ze zo nu en dan mislukken noemen ze als het ultieme bewijs van hun authenticiteit als paranormaal begaafd medium. Dat is een goeie. In werkelijkheid zijn het goochelaars. Technisch gezien zeer matig begaafde goochelaars overigens.

En dan komt die dekmantel van het paranormale toch ongelofelijk goed van pas.

Als de goocheltruc die je toepast als zogenaamde ‘medium’ werkt, dan kun je op de manier van Uri Geller enthousiast roepen: ‘Look, how amazing, it happens all te time!’ En als je faalt, dan beschik je over een goed excuus: ‘I must first feel comfortable to make it work.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten