woensdag 11 maart 2009

Komrij in Pauw & Witteman

Op 30 maart wordt de voormalige dichter des vaderlands 65 jaar. Mede naar aanleiding daarvan verscheen een tweetal interviews met de schrijver; mogelijk meer. Ik las het interview van Jan Haerynk in Vrij Nederland en van Ilja Leonard Pfeiffer in NRC Handelsblad.

Overigens wordt Pfeiffer op zijn beurt geportretteerd in het Boekenweeknummer van HP/De Tijd. Maar dat terzijde.

Op de door hem tot treurbuis omgedoopte televisie maakte Komrij afgelopen maandag zijn opwachting in het programma Pauw & Witteman. Mopperend als vanouds, maar wat kraamde brombeertje mij daar toch een gênante onzin uit.

Zijn klacht komt neer op een vorm van cultuurpessimisme die je toch werkelijk niet van iemand van zijn postuur zou verwachten.

De klacht luidt dat dé literatuur, de echte literatuur thans verdrukt wordt door een riool van boeken dat door vrouwen is geschreven en dat voor vrouwen voorbestemd lijkt.

Daardoor gaat het zo slecht met de literatuur. Het zijn die dekselse vrouwtjes die het hem weer doen.

De cijfers bewijzen nochtans het tegendeel.

Al ettelijke jaren op rij worden er in Nederland meer boeken verkocht dan het jaar daarvoor. Die tendens zorgt voor een opvallende lijn van verkooprecords. Het zal toch niet allemaal rioolliteratuur zijn dat door de bedding van de Nederlandse boekhandel loopt?

Het lijkt mij haast van niet.

Van de romans van schrijvers zoals Thomas Rosenboom, Anna Enquist, Arthur Japin, Arnon Grunberg, A.B.C.D.E.F.G.H. van der Heijden en Joost Zwagerman – to name just a few – worden recordoplages verkocht.

Van de romans van Gerrit Komrij daarentegen niet, dat is waar.

Maar als we dan toch aan het zeuren zijn, moet het idee geweest zijn, dan gelijk ook maar even doorzeuren over de in dit land altijd stiefmoederlijk behandelde poëzie. Poëzie is, zoals Komrij als geen ander moet weten, altijd al stiefmoederlijk behandeld geweest.

Maar niet heus.

De uitverkiezing van de nieuwe dichter des vaderlands leverde heel veel publiciteit op. Het eerste gedicht dat Ramsey Nasr als dichter des vaderlands schreef, stond afgelopen dinsdag pontificaal op de voorpagina van NRC Handelsblad, verspreid over maar liefst zeeeeeeeven kolommen.

Voor het tweede en derde deel van dat gedicht had de krant bijna de hele negende pagina veil.

Stiefmoederlijk behandeld?

Ik heb al meer dan twintig jaar een abonnement op NRC Handelsblad, maar dit heb ik nog niet eerder meegemaakt.

En dan zijn er de poëziebloemlezingen van Gerrit Komrij zelf. Ook die halen recordoplages. Tienduizenden mensen hebben zijn ‘De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten’ gekocht.

Ik bezit zelf een eerste druk uit 1979 en een elfde druk uit 1996. Oh ja, ik heb ook nog een exemplaar uit 2004 van wat vanaf dat moment heet: ‘Gerrit Komrij’s Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 2000 en enige gedichten.’

Volgens de uitgever zijn we daarmee aanbeland bij de dertiende druk (gebonden editie), respectievelijk de veertiende druk (paperback editie) van deze legendarische bloemlezing.

Niemand, werkelijk helemaal niemand anders heeft ooit zoveel poëzie verkocht in dit land en laten lezen dan Gerrit Komrij.

Wat jammer nou dat hem dat zelf in het geheel is ontgaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten